Oorzaken

Vaak voorkomende oorzaken van gebitsproblemen:

(Klik op de link voor specifiek uitleg):

  • Scherpe kiezenrij (boven/buitenkant en onder/binnenkant)
  • Overbeet/overjet
  • Onderbeet/underjet
  • Smile/ frons/ diagonaal
  • Haken
  • Verhogingen
  • Golfgebit/ schaargebit/ trapgebit
  • Doorgroeiïngen
  • Te veel of te weinig tanden/kiezen
  • Verkeerd geplaatste tanden/kiezen (afwijkende plaats)
  • Verkeerde stand van tanden/kiezen (gedraaid/gekanteld)
  • Problemen tijdens de wisseling (bijv. achtergebleven doppen of dopfragmenten)
  • Tandbederf (cariës)
  • Tandsteen
  • Fracturen
  • Ontstekingen van tanden/kiezen of de tandkas
  • Onstekingen van het tandvlees of het verhemelte
  • Diastases (abnormale ruimtes tussen twee elementen)
  • Gezwellen en verwondingen in de mondholte

Overblijfselen van vroeger

Naast de bovengenoemde afwijkingen kan het paard ongemak en pijn ervaren door elementen in de mond, die er ‘evolutionair gezien’ wel horen maar erg veel pijn kunnen geven wanneer er met een bit wordt gereden.
Een veel voorkomende oorzaak van pijn en ongemak is de aanwezigheid van (blinde) wolfskiezen maar ook scherpe of afwijkend geplaatste hengstenkiezen kunnen de juiste bitligging aanzienlijk bemoeilijken.

De wolfskies, een overbodige kwelgeest

WolfkiesOfficieel de eerste kies in de kiezenrij. Bevindt zich meestal links en/of rechts in de bovenkaak en soms links en/of rechts in de onderkaak. Een ‘blinde’ wolkfskies zit verborgen doch voelbaar onder het tandvlees en kan dus wel degelijk klachten geven bij het rijden met een bit.

Door zijn vaak ongunstige positie en slechte verankering in het kaakbot kan een wolfskies flinke problemen geven tijdens het rijden met een bit. Let wel: De positie en optoming bepalen of een wolfskies problemen geeft of niet. Raadpleeg hiervoor altijd uw paardentandarts.

NB: Het verwijderen van een wolkskies is een relatief eenvoudige doch precieze handeling en dient uitsluitend door een goed opgeleid persoon te gebeuren. 

Sta nooit toe dat iemand aanbiedt om een wolfskies ‘gauw even’ te verwijderen met een tang of deze er ‘even uit te tikken’ met een hamer en beitel. De kans op afbreken is hierbij ongeveer 100%.

Daarnaast loopt u grote kans dat u later alsnog een professional erbij kunt halen omdat het dier ineens wel erg heftig reageert bij een flinke ophouding.
Aanvankelijk omdat het zenuwuiteinde van het wolfskiesje letterlijk bloot ligt en in aanraking komt met het bit (ook al vindt u zelf van niet).
Later, wanneer het wondje zich al gesloten heeft, doordat de vlijmscherpe breuklijn van het fragment enorme pijn geeft zodra er ook maar iets tegenaan komt. Een braaf paard zal deze zenuwpijn tot een bepaalde hoogte accepteren en misschien wel nooit een heftige reactie geven. De meeste paarden echter kunnen op een bepaald punt letterlijk ‘ontploffen’. Dit kan zich uiten door plotseling (en onverklaarbaar) vluchtgedrag, bokken of steigeren met alle (vaak voor het paard) vervelende gevolgen van dien. Laat het dus a.u.b. niet zover komen.

Beleren

Het is aan te bevelen een paard voor het beleren te laten controleren op aanwezigheid van wolfskiezen en deze (zo nodig) te laten verwijderen.

NB: Ik zeg bewust’ zo nodig’ want soms zijn de wolfskiezen zo geplaatst dat zij geheel afgeschermd worden door de eerste kiezen. De wolfskiezen zitten dan aan de binnen- of buitenkant van de kiezenrij en zullen dan ook nooit in contact komen met het bit. Deze hoeven dan ook niet verwijderd te worden, mits zij het omliggende weefsel niet verwonden.

Het opleiden wordt door jonge paarden vaak al als erg spannen ervaren. Er komt ineens een zadel op hun rug, een stuk metaal in de mond en opeens gaat er ook nog iemand bovenop hen zitten (voor een prooidier eigenlijk een bizarre ervaring). U kunt zich voorstellen dat bijkomende pijn en ongemak in de mond in dit stadium zeer ongewenst zijn.
Het verwijderen van wolfskiezen gebeurt uitsluitend onder sedatie met daarbij vaak een plaatselijke verdoving. Hierna geldt een bitloze periode van enkele dagen tot anderhalve week, afhankelijk van de grootte van de wond.

De hengstentanden

canineDe hengstentanden ofwel ruinentanden mogen niet worden verward met de wolfskiezen.
Anders dan het preventief verwijderen van de wolfskiezen, worden de hengsten-/ruinentanden alleen bij hoge uitzondering verwijderd (ontsteking of fracturen). Bijna alle hengsten en ruinen hebben deze tanden maar heel soms vinden wij ze ook bij merries (maar dan vaak een stuk kleiner).

Flink verankerd in het kaakbot zijn hengstentanden ideaal om duw- en trekkrachten te kunnen opvangen tijdens het spelen en/of vechten. Zomaar verwijderen zit er dan ook niet in. Wanneer dit tóch moet gebeuren, is dit zéér arbeidsintensief en dient dit uitsluitend door een gespecialiseerd dierenarts en liefst op een kliniek te gebeuren.

Hengstentanden kunnen klachten geven wanneer zij:

  • moeizaam doorbreken en daardoor druk/pijnklachten geven
  • afgebroken/ ontstoken zijn (soms als gevolg van onvakkundig inkorten)
  • een abnormale ligging hebben, waardoor zij steeds contact maken met het bit
  • te lang zijn en daardoor de op-/aftoming bemoeilijken, doordat het bit de tand raakt
  • te scherp/ lang zijn en daardoor lippen, lagen en tong van het paard beschadigen