Opbouw

Paarden zijn ‘hypsodonten’ d.w.z. hun tanden en kiezen zijn (soms wel) 11cm lang en zullen vanaf de wisseling langzaam uit hun tandkas groeien.

Gemiddeld bedraagt de snelheid van ‘uitgroeien’ zo’n 2-4 mm per jaar waarmee dit evenredig loopt aan de snelheid van slijtage. Een paardenkies zal op hoge leeftijd dan ook niet veel langer zijn dan een paar centimeter.

Young horse

Afb.1

Afb.1:
Laterale (van opzij genomen) röntgenopname van een jong paard
in de wisseling.
Duidelijk te zien zijn de lengte van de reservekroon en wortel (blauwe pijl) en het doorkomen van de laatste kies in de kiezenrij (rode cirkel).
De foto laat prachtig zien dat de kiezenrij doorloopt tot vlak onder het paardenoog en dat de laatste kiezen van de bovenkaak direct in verbinding staan met de, op de foto zichtbaar als donkere vlek, sinusholte (gele ring). Dit verklaart waarom ernstige kiesproblemen vaak gepaard gaan met neusuitvloeiïng aan de aangetaste zijde. 

old horse

Afb.2

Afb.2:
Röntgenopname van een (overigens keurig onderhouden) gebit van een 23-jarige merrie welke laat zien hoe kort de kiezen in de loop der jaren zijn geworden.

Het gebit is als het ware òp waarbij tanden en kiezen keihard zijn geworden om ondanks het verminderen van de lengte tóch functioneel te kunnen blijven in het vermalen van voedsel.

De opbouw van een paardenkies of -tand is als volgt:

  1. de kroon (het gedeelte dat boven het tandvlees uitsteekt)
  2. een reservekroon (het grootste gedeelte van de kies/tand, dat zich onder het tandvlees en in de tandkas bevindt)
  3. de wortel (met daarin de pulpa, lees: het leven)

Het paardengebit is opgebouwd uit 4 onderdelen:

  1. Snijtanden
  2. Kiezen
  3. Haaktanden
  4. (Blinde)Wolfskiezen

snijtand-paard

Snijtanden:
Dienen om voedsel vast te grijpen en af te snijden. De lippen, tong en wangen verplaatsen het voedsel vervolgens naar de kiezenrij. Gebruikt voor sociaal gedrag, zoals verdediging en ‘grooming’. Paarden hebben 6 boven- en 6 ondersnijtanden. De meeste veulens worden geboren zonder snijtanden, de binnenste  snijtanden komen binnen enkele dagen na hun geboorte tevoorschijn.  Binnen de eerste 5 levensjaren zullen de melksnijtanden doorkomen en vervangen worden door permanente snijtanden.

kiezenKiezen:
Ook (pre-)molaren genoemd zijn de belangrijkste elementen in het paardengebit. Een paard kan prima leven zonder snijtanden (denk aan een koe) maar zonder kiezen houdt het snel op. De functie van kiezen is het fijnmalen van plantaardig voedsel.

canineHaaktanden:
Ook wel hengstentanden of ruinentanden genoemd. Vaak verward met wolfskiezen. Hebben enkel een sociale functie en dienen als wapens bij gevechten of helpen bij het ‘groomen’. Hengsten en ruinen ontwikkelen (tot wel 4) haaktanden, ze komen zelden (en kleiner) voor bij merries. Ze komen door rond het 4e en 5de levensjaar.

WolfkiesWolfskiezen:
Zoals de naam doet vermoeden is dit ooit een echte kies geweest. Gedurende de evolutie heeft deze echter zijn functie verloren.  Wat is gebleven is een klein ‘tandje'(met vaak een korte wortel) dat voor veel problemen kan zorgen wanneer gereden wordt met een bit. Komen tussen 6-18 maanden door en bevinden zich dan voor/tegen de eerste kiezen in de bovenkaak en soms in de onderkaak. Vorm, aantal en locatie kunnen verschillen per paard en ze kunnen soms onzichtbaar onder het tandvlees zitten (blind). Sommige paarden krijgen zelfs nooit wolfkiezen.